(Du., Fr. écuelle d’accouchée of écuelle de baptême), kraamvrouwennap, gelijkend op de Nederlandse bagijnekommen, met twee platte, dikwijls opengewerkte of met reliëfdecor versierde oren en een deksel, die omgekeerd als bord kan fungeren. In Frankrijk en Duitsland bestond van de 15de tot de 18de eeuw het gebruik om de kraamvrouw' een traktatie in een versierd schaaltje ten geschenke te geven, aan welk gebruik deze napjes hun naam ontlenen.
De vroeg-18de-eeuwse vormen zijn van majolica, zilver of tin, na 1750 ook van porselein; de beschildering vertoont dikwijls toepasselijke taferelen uit bijbel of mythologie. Vooral de met reliëf versierde 17detot de late 18de-eeuw'se tinnen Wöchnerinnenschüsseln met hun ovale, met reliëf versierde oren zijn beroemd.
