in de renaissance zeer populair in Italië en Frankrijk, een mode die zich in de 18de eeuw over de rest van Europa utlbreidde. Naar gelang het verwerkte materiaal varieert de vorm.
Bekend is de koepelvormige, hangende papegaaiekooi uit koperdraad en latoenkoper en de eenvoudige gevlochten kooien van wilgetenen. Uit hout en ijzerdraad werden de meest uiteenlopende vormen gemaakt, van simpele, rechthoekige kooitjes tot zeer complexe vormen waarin vaak allerlei architectonische elementen (koepeltjes, daken, ramen, balusters) in miniatuur werden weergegeven.