soupière of soepterrine (Fr.), grote, brede en diepe kom van zilver, porselein of aardewerk, in gebruik vanaf het begin van de 18de eeuw. De ovale romp met twee handvatten steunt op vier gegoten pootjes met brede voet, het deksel is bekroond met een ornament of voorzien van een handvat.
Terrines in classicistische stijl uit de periode 1760-1790 slaan op een ovaal blad met een verhoogd middenstuk, teneinde de pootjes van de terrine meer houvast te geven. De kleinere sausterrine komt vanaf het midden van de 18de eeuw voor. In deze tijd komen ook de terrines van tinverglaasd aardewerk of porselein in zwang, in de vorm van eenden. kippen, patrijzen e.d. Zij werden in Delft en in Straatsburg en heel veel in Engeland gemaakt.