De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Straatsgoed

betekenis & definitie

oud-vaderlandse benaming voor het van de 15de tot in de 17de eeuw uit Spanje en Italië ingevoerde majolica en faience. De term houdt verband met de gewoonte om koopvaarders aan te duiden met namen die betrekking hadden op het doel of de richting van hun tochten.

Zo sprak men bijv. van Fransvaarder, Guinecsvaarder, Oostvaarder, Westvaarder enz. Het Straatsgoed kwam van overzee met schepen die via de Straat van Gibraltar de Levant bezochten, de Straatvaarders.

< >