De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Sèvres

betekenis & definitie

(Vincennes), beroemdste Fr. porseleinfabriek, waarvan de produkten tot de toppunten van de Europese porseleinkunst behoren: de kleuren, het materiaal en de vormen blijven onovertroffen. De grootste bloei had plaats nadat Meissen door de Zevenjarige Oorlog op de achtergrond was geraakt.

In het Château de Vincennes maakten de gebroeders Dubois uit Chantilly van 1738 tot I74l porselein. Proefnemingen en produktie werden gefinancierd door de Franse aristocraat en geldmagnaat Orry de Fulvy. Van I742 tot 1745 had François Gravant de leiding, van 1745 tot 1752 Charles Adam. Deze laatste verkreeg in 1745 het exclusieve privilege, voornamelijk vanwege de concurrentie met Meissen, porselein te maken, versierd met vergulden figuren. Het privilege van 1757 verbood zelfs andere Franse fabrieken porselein te maken en in 1753 werd de fabricage van alle witte, gedecoreerde keramiek verboden. Later werd, om het zoeken naar mooier hard porselein te bevorderen, deze oekaze verzacht, wat voor Sèvres noodlottig werd toen in 1768 in St.-Yrieix de juiste grondstoffen gevonden werden.

Onder Charles Adam werd Bachelier als schilder, Hellot als chemicus en Duplessis als modelleur aangesteld. Alle drie hebben zij. ieder op hun eigen gebied, grote invloed gehad. Aan Hellot zijn vele nieuwe grondkleuren te danken: bleu céleste in 1760 vervangen door het bleu-du-roi, jaune jonquille, rose Pompadour, gros bleu en vert pomme. Ook de oeil de perdrix-, caillouté-, vermiculé en de en camaïeu-decoraties stammen uit deze periode. Het jaar 1753 betekende het einde van de vroege Vincennes-periode en in 1756 werd de nu ‘Manufacture Royale' genoemde fabriek verplaatst naar Sèvres, nabij het kasteel Bellevue van Mme de Pompadour. wier invloed zich toen deed gelden. In die jaren werden onderhandelingen gevoerd met P.A.

Hannong (Straatsburg) in de hoop van hem de pâte dure formule te kopen. De besprekingen liepen op niets uit en Hannong vertrok naar Frankenthal. Pas nadat in 1768 in St.-Yrieix kaolien was gevonden kon in Sèvres pâte dure worden gemaakt. De fabriek beleeft dan een grote bloeiperiode: het kleurenpalet wordt uitgebreid met bleu turc, bruin en fond écaille, het juwelenporselein doet zijn intree, klokkasten worden van porselein vervaardigd, meubels worden met porseleinen plaketten ingelegd, koninklijke opdrachten stromen toe. Onder de weinig succesvolle leiding van Parent en door de vele opdrachten gaat de kwaliteit echter achteruit : bovendien wordt de concurrentie steeds groter, hetgeen in 1787 tot het einde van het Sèvres-monopoliceleidt. Tijdens de Franse Revolutie wordt de produktie voortgezet en onder de Eerste Republiek wordt de fabriek genationaliseerd.

Zij beleeft dan onder Brogniart (gest. 1847), opgevolgd door Ebelmen en Regnault, een herleving met Lagrenée als schilder en Thomire als goudsmid. Ook thans is de fabriek nog werkzaam.

< >