normale verbinding tussen stijlen en regels: in het verticale deel (de stijl) steekt men een vierkant gat; aan het horizontale deel (de regel) wordt de in het gat passende pen gestoken. Oorspronkelijk werd de pen-en-gat verbinding gesloten met een houten treknagel (toog- of sluitnagel).
Het geheim van deze constructie zit in het feit dat het gaatje voor de toognagel in de pen juist niet ver genoeg zit om precies aan te sluiten met de gaatjes voor de toognagel in de stijl. Het indrijven van de toognagel heeft daardoor tot gevolg dat de pen zo stijf mogelijk wordt aangetrokken, zodat een onwrikbare verbinding tot stand komt. Vooral in de 18de eeuw werd deze wijze van vergaren vaak vervangen door lijmverbindingen. Daarbij deed zich echter het bezwaar voor dat hout in de breedte krimpt. Dientengevolge zal een goed sluitende gelijmde pen na enige jaren losspringen. Men wist dit nadeel te ondervangen door in de pen één of meer wiggen te zetten die bij het aandrijven naar binnen drongen, zodat de pen in wezen met een overmaat aan hout in het gat werd geperst.