(Eng.), wit. zoutverglaasd steengoed dat vóór het bakken in met kobaltblauw gekleurde engobe gedompeld wordt. Veel van deze stukken zijn beschilderd met bloemen in ondoorschijnend wit of zwarte opglazuurkleuren of olie-verguldsel.
De techniek is genoemd naar William Littler, maar werd ook door andere Engelse pottenbakkers gebezigd in het midden van de 18de eeuw.