mengvat uit de Griekse oudheid van een vorm die enigszins doet denken aan een distelbloem, met een buik die naar boven toe smaller wordt en ten slotte weer uitloopt in een brede bovenrand. De handvatten zijn doorgaans verticaal geplaatst met een naar binnen gekrulde voluut.
De kratervorm kwam opnieuw in zwang tijdens de barok en inspireerde de vormen van talloze 18de-eeuwse tuinvazen, kraantjeskannen en koelemmers.