1. cirkelvormige versiering in een gotisch deurtje;
2. inrichting in een zakuurwerk waardoor men de balansveer langer of korter kan maken;
3. navigatiemiddel met magnetische wijzer die wordt aangetrokken door de polen van de aardas. In de late middeleeuwen gebruikte men hiervoor een magneetsteen (een stuk erts), die van nature magnetisch was en aan een koord werd gehangen. De steen werd dikwijls in een fraai montuur van verguld metaal geval. Hieruit ontwikkelde zich een gemagnetiseerde ijzeren naald, die boven een windroos balanceerde. Het kompas werd vanaf de 16de eeuw dikwijls ingebouwd in zonnewijzers en landmeetapparatuur. Scheepskompassen zijn cardanisch opgehangen in een houten kompasdoos.