(Eng. Congreve clock), klok waarbij als regelorgaan een rollende kogel wordt gebruikt.
Reeds aan het eind van de I6de eeuw werd deze vorm met succes in praktijk gebracht; de meest bekende vorm is echter van William Congreve uit 1808. waarbij drie wijzerplaten in een soort fronton zijn aangebracht, gedragen door een gestel met vier pilaren waarin een kantelbaar vlak is aangebracht. Het is voorzien van een groef waarin een kogel zigzaggewijs omlaag rolt. Het vlak wordt door het uurwerk telkens in een tegengestelde helling gekiept zodra de kogel het eind van de groef heeft bereikt.