zes- of achtkantig, uit brede verticale, vurehouten delen vervaardigd meubel op vier wieltjes. De voorste drie of vier delen eindigen van boven recht en corresponderen met een verwijderbaar tafeltje: de achterste drie of vier planken zijn van boven uitgezaagd in naar achteren oplopende lijnen die samenkomen in een knopvorm, ter bevestiging van de leiband van de kleuter.
De zitting heeft een afsluitbare opening boven een pot de chambre, zodat het meubel als gemakstoel kan dienen. Het meubelstuk kwam reeds in de 17de eeuw voor en nog in het begin van deze eeuw was het overal op het platteland in gebruik.