In 1750 gelukte het de arcanisten Johann Benckgraff en Joseph Jacob Ringler om pâte dure te vervaardigen met een roomkleurige scherf: dit porselein stond qua vormgeving en decoratie sterk onder invloed van Meissen. Later verkreeg men een melkwitte, dunne scherf, ongeveer gelijk aan die van Frankenthal.
Het beste porselein werd in de jaren 1750 -1775 gemaakt. Modelleurs waren: Simon Feilner (ca. 1750) aan wie o.a. figuren uit de commedia dell'arte en genrestukken worden toegeschreven en Johann Friedrich Lück (1757-1758): schilder was J. Zeschinger en ontwerper G. F. Riedel. In 1753 vertrokken Benckgraff, Zeschinger en Feilner naar Fürstenberg.
De manufactuur van Höchst is vooral bekend om zijn figuurplastieken, die doorgaans werden gemerkt. Groepen vrijmetselaars of menuetdansers dateren uit ca. 1755. Van 1761766 was L. Russinger Modellmeister; hij introduceerde classicistische vormen; de rococo-voetstukken van de figuurtjes worden nu vervangen door een naturalistisch behandelde grasgrond. De beroemdste Modellmeister was Johann Peter Melchior, (werkz. 1767-1779) die vooral bekendheid kreeg door zijn vele kinderfiguren en zijn borstbeelden van biscuit-porselein in classicistische stijl. Zijn werk is meestal gesigneerd.
Serviesgoed uit de periode 1750-1765 volgt in vorm en decoratie de stijl van Meissen en Frankenthal. In de jaren 1765 1780 werden veel decors geschilderd naar onderwerpen van Teniers: kenmerkende kleuren voor deze periode zijn eigeel, felblauw en een helder rood. In de laatste periode (1780-1796) werden vnl. gebruiksvoorwerpen vervaardigd, soms met een mat blauw fond en verguld decor. De produktie werd in 1796 beëindigd, maar in de 19de eeuw werden kopieën gemaakt in Passau en Bonn, die men van de originelen kan onderscheiden aan de zware vorm en de diepe glans. Merken: het wiel met zes spaken uil het wapen van Mainz. in rood of purper email van 1750 tot 1762 en onderglazuurblauw van 1762 tot 1796 (in de periode 1760-1765 ook vaak in de pâte gestempeld). Ook schildersinitialen komen voor.
