wandtapijten die een sterk vlakversierend element vertonen, ontleend aan de grotesken; een effen fond van blauw, soms geel of rood, draagt een open bouwsel, soms in registers boven elkaar, van piëdestals, sokkels, drievoeten, vazen, helmen op onwaarschijnlijk dunne zuilen en hoofdgestellen, in de breedte verbonden door latwerk in rechte en ronde lijnen (Brussel) of verbonden door draperieën, guirlandes en voluten (Fontainebleau). Het geheel verlevendigd met klein gedierte. griffioenen, maskers, gebladerte en doorbroken in centrale punten door pergola's met landschapjes of godenfiguren (Brussel) of door medaillons met een cartouche-omlijsting van rolwerk.
De 17de en 18de eeuw met Bérain en Audran behandelden dit thema in hernieuwde stijl; daarnaast waren getrouwe kopieën zeer gewaardeerd.