soort rustende gang voor draagbare uurwerken, verwant aan de cilindergang. Stamt uit de eerste helft van de 18de eeuw ; mogelijk uitgevonden door Jean Baptiste Dutertre in 1724. maar meestal toegepast volgens de versie van Pierre Le Roy uit ca. 1750.
Hen variant is de Chinese of dubbele duplexgang, uitgevonden ca. 1830, waarschijnlijk door de Zwitser Charles Edouard Jacot. Omdat hier per seconde slechts eenmaal een impuls wordt gegeven, worden horloges met dit echappement dikwijl van een grote centrale secondewijzer voorzien, die men per seconde ziet verspringen. De benaming Chinese duplexgang ontstond omdat horloges met dit echappement vooral voor de Chinese markt werden vervaardigd (Fleurier-horloges).