(Eng.), roomkannetje in de vorm van een koe. De staart, die in een lus naar de rug is gebogen, doet dienst als oor, de muil van de koe als tuit.
In de rug is een ovale opening aangebracht, die met een deksel kan worden afgesloten, met als handvat een in reliëf uitgevoerde voorstelling van een vlieg of bij en soms met kleine bloempjes versierd. In Engeland werden de cow creamers in de 18de en 19de eeuw in Staffordshire en Sunderland-aardewerk gemaakt en in zilver door de in Londen werkzame zilversmid John Schuppe. Bekend zijn ook de Delftse roomkoetjes.