Chin. keramiek genoemd naar de ovens die in de noordelijke Sung-periode (960 1127) in Chün-chou (nu Yü-chou) in de provincie Honan waren gevestigd. Chün yao is een blauw, dikverglaasd steengoed met lichtblauw of blauwgroen glazuur met purperpaarse of rode vlekken.
Het glazuur is vaak gecraqueleerd. De Chinese pottenbakkers bereikten met deze glazuren heel bijzondere effecten; het is dan ook geen wonder dat Chün yao tijdens de Yüng-, Mina- en Ch'ing-dynastieën werd nagebootst. Bekend zijn o.a. de tamelijk zwaar gevormde bloembollenbakken met op vier plaatsen ingesnoerde rand en op de onderkant van de bodem een Chinees cijfer (van 1 tot 10) ingegrift. De betekenis van deze cijfers is niet bekend (misschien de maat?). Verder kennen wij uit deze tijd hoge potten op standring, waterpotte,. en mei p'ings (prunusvazen).