1. Faience.
Hoewel in de tweede helft van de 17de eeuw door Jacques van den Houte en Jean Symonet pogingen werden gedaan om een faiencemanufactuur te stichten en in 1705 een nieuwe manufactuur werd gesticht door Corneille Mombaers. bereikte de faienceproduktie in Brussel haar bloeiperiode pas in de eerste helft van de 18de eeuw, toen Philippe Mombaers, zoon van Corneille. van 1724 tot 1754 de leiding van de manufactuur had. De faiencemanufactuur leidde hierna meer dan een eeuw een bloeiend bestaan. In 1751 werd door de schoonzoon van Philippe Mombaers. Jacques Artoisenet een concurrerende fabriek opgericht waaraan beroemde modelleurs als Jacques Richardot en Paul-Louis Cyffié waren verbonden. Brusselse faience is wit of gekleurd en valt op door haar buitengewone emailglans. de meest voorkomende en karakteristieke produkten zijn kommen en vaten in de vorm van hoenders, vissen en groenten. In de tweede helft van de 19de eeuw trad een periode van verval in.2. Porselein. In 1768 werd in het kasteel Monplaisir te Schaarbeek een porseleinmanufactuur gesticht door Sébastien Va unie en Pierre Verny de Villars voor de vervaardiging van pâte dure. Hoewel de produkten van Monplaisir zeer werden geroemd had de manufactuur slechts een kortstondig bestaan: in 1750 sloot zij haar deuren. Ook de in 1787 te Etterbeek gestichte fabriek kon zich niet langer dan zestien jaren handhaven, dit niettegenstaande de medewerking van een uitstekend modelleur als Louis Cretté. In 1818 stichtte Frédéric Faber een fabriek van kunstporselein die een grote bloei kende en die tot op heden floreert onder de naam Etablissements Louis De Meuldre.