(H2S04) is het belangrijkste zuur, dat van zwavel afgeleid is. Technisch wordt het uit SOj bereid door dit met lucht en met behulp van een katalysator te oxyderen tot zwaveltrioxyde (SO3), waarna dit laatste in geconcentreerd z. geleid wordt.
Door toevoegen van water of verdund z. wordt er voor gezorgd dat dit zuur voldoende water bevat om het SO3 in H2S04 om te zetten. Als katalysator wordt platina of vanadiumoxyde gebruikt. Bij het lodenkamerprocédé wordt het S02 met lucht geoxydeerd met z., dat nitreuze dampen bevat. In de loden kamers ontstaat het karnerzuur, dat ca 67 % z. bevat en als zodanig enkel gebruikt wordt voor de bereiding van kunstmest, b.v. van zwavelzure ammoniak en superfosfaat. Het z. is het anorganische zuur dat in de techniek meer dan enig ander zuur wordt gebruikt.Een verdunde oplossing van z. (5-8% van het handelsproduct in water opgelost) wordt gebruikt als onkruidbestrijdingsmiddel. In het buitenland wordt z. in vele teelten toegepast als z.g. pre-emergence middel, d.w.z. na het zaaien, doch vóór de opkomst van het gewas. In Ned. is verdund z. een zeer effectief onkruidbestrijdingsmiddel voor een jong uiengewas (hoogte van het gewas 8 à 10 crn). De sterk bijtende werking van het zuur maakt, dat de toepassing van z. als onkruidbestrijdingsmiddel slechts geschieden kan door geschoold personeel, dat goed beschermd is met zuurbestendige kleding. Ook de spuitapparatuur moet zuurbestendig zijn: bij voorkeur gebruikt men apparaten, die geheel uit roestvrij staal vervaardigd zijn.