Bij de teelt van verschillende planten is het noodzakelijk, dat men in de zomer een deel der scheuten verwijdert of deze inkort volgens daarvoor opgestelde regels. Dit is vooral gewenst bij de kascultuur van pruimen, perziken en druiven, daar de ruimte het niet toelaat dat zich alle scheuten op normale wijze ontwikkelen.
Men past de z. ook toe bij leibomen om het vruchthout kort te houden, terwijl men bij kersen en pruimen een z. toepast, omdat men dan minder kans loopt een besmetting te krijgen van loodglans.