Onder de w. van een gebied verstaat men de verhouding van het gebied tot het water in de ruimste zin genomen (zowel het open water als het grondwater, het water binnen het gebied als het water dat er aan grenst, de neerslag, de verdamping enz.), zoals deze verhouding door menselijk ingrijpen en/of van nature is geregeld. De landb. interesseert zich vooral voor de afvoer van overtollig water; de voorziening in de waterbehoefte in droge perioden door neerslag, inlaten of oppompen; de kwaliteit (zuiverheid) van het water, enz.
Ook bij planten en dieren spreekt men van w. en bedoelt daarmee dan het benutten van het water in de levensprocessen, inclusief de opname en afgifte.