is een zeer ingewikkeld en moeilijk te omschrijven begrip, waarover ieder spreekt en zijn eigen mening heeft. Letterlijk betekent dit: de waarde die een voedermiddel heeft voor een dier.
Een bepaald voedermiddel heeft echter niet voor elk dier dezelfde v. Hooi b.v. kan voor rundvee en paarden een hoge v. hebben, voor varkens en pluimvee is hooi onbruikbaar. Bieten daarentegen hebben voor varkens een hogere v. dan voor herkauwers en paarden.Momenteel wordt de v. in ten minste 2 maatstaven aangegeven, een stoffelijke en een energetische. De stoffelijke kan worden verdeeld in eiwit, vet, mineralen, vitamines e.d. De energetische v. wordt wel eens dè voederwaarde genoemd, waarbij verder geen of weinig aandacht aan het dier wordt geschonken. We kennen verschillende energetische voederwaarderingen:
zetmeelwaarde (Duits sprekende landen, Benelux, Gr. Britt.);
Scand. voedereenheid (Scand. landen, Ijsland);
Eur. voedereenheid (Frankr., Z.Europa, N.Afr.); total digestible nutrients (Am.);
Gesamtnahrstoff (Duitsk, voor varkens en pluimvee) ;
calorieën (voor de mens).