is de voederwaarde van 1 kg normale gerst. Deze eenheid wordt in de Scandinavische landen gebruikt.
De grondslag voor deze maatstaf is gelegd door een Deense boer WINKEL, naderhand heeft FJORD dit idee uitgewerkt. Voor de vergelijking van de voedermiddelen worden melkgevende koeien, resp. groeiende mestvarkens genomen. Een omrekening naar onze zetmeelwaarde is niet zomaar mogelijk, omdat bij de v. het eiwit hoger wordt gewaardeerd (N. HANSSON). Ter onderscheiding van een andere v., die de laatste tijd enige ingang gaat vinden (Frankr., It., Spanje, Port.), wordt de oudste v. de Scandinavische v. (sVE) genoemd. Vooral op aandrang van de O.E.E.S. is in principe besloten de nationale voederbehoeften en voorraden in de z.g.
F.ur. v. (eVE) op te geven. Frankr. en de Z.Eur. landenzijn deze eenheid ook voor de praktische voorlichting gaan gebruiken (omdat het terrein nog maagdelijk was kon dit er gemakkelijk worden doorgevoerd). Deze eVE is gelijk gesteld aan 1650 kgcal voor vetvorming, gelijk aan 0,7 zw. Hier is een omrekening naar zw dus wel mogelijk. Rush heeft een v. gebaseerd op haver, Joegoslavië op mais.