is gelegen in het N. van \V. en O. Vlaanderen, ten Z. van het Poldergebied en vormt in de provincie Antwerpen de overgang tot het Kempenland.
De van nature weinig vruchtbare bodem werd sinds eeuwen verbeterd door het aanbrengen van grote hoeveelheden stalmest. De benutting is zeer intensief: nateelten beslaan ongeveer een derde van het bebouwde akkerland. De dichte bevolking handhaaft zich dank zij een intensieve veeteelt, vooral varkens en pluimvee. Kenmerkend zijn de teelt van bloemen en sierplanten (Brugge en Gent), de boomkwekerijen van Maldegem en Wetteren, de fruitaanplantingen in de omgeving van Eeklo en in het Land van Waas en de tuinbouwstreek van Mechelen.