Hoewel v. in de letterlijke zin nederzettingen op afgegraven veengrond zijn, duidt men er gewoonlijk het Drents-Groningse veenkoloniale gebied mee aan. In de officiële indeling in landbouwgebieden komt de term alleen voor als aanduiding voor de Groninger v. (Hoogezand/Sappemeer, Muntendam, Veendam, Wildervank, Oude en Nieuwe Pekela).
In Drente maken de v. deel uit van gemeenten die in het W. geheel uit zandgrond bestaan. Daar wordt dan ook geen veenkoloniaal landbouwgebied onderscheiden, wel echter een veen- en zandgebied.
De landb. in de v. is zeer eenzijdig gericht op de productie van rogge en (fabrieks)aardappelen, hetgeen thans i.v.m. aardappelmoeheid tot moeilijkheden aanleiding geeft.