vormen tezamen het bedrijfskapitaal, waarover degene, die een land- of tuinbouwbedrijf wil exploiteren, de beschikking moet hebben. Het grond- en gebouwenkapitaal behoort er niet toe.
De begrippen vast en los hebben hier niets te maken met onbeweeglijk of onverplaatsbaar (resp. beweeglijk of verplaatsbaar). V. b. is kapitaal, dat gedurende meer dan 1 productiecyclus (dus i.h.a. gedurende meer dan 1 jaar; kan worden gebruikt. Het gaat daarbij wel geleidelijk in bruikbaarheid achteruit, zodat er op moet worden afgeschreven (z. Afschrijving), maar deze bruikbaarheid gaat niet in 1 jaar te niet. L. b. kan echter slechts éénmaal worden gebruikt; daarvoor geldt, dat gebruik gelijk is aan verbruik. Tot het v. b. behoren: machines, werktuigen en gereedschappen, rundvee, paarden, schapen, varkens, pluimvee, enz. Tot het l. b. de voorraden veevoeder, kunstmest, zaaizaad, plantmateriaal, de te velde staande gewassen, het geld, benodigd voor de betaling van lonen, enz.