(1795-1864) beoefende in Ned. de landb., vertrok in 1825 naar O.Indië. Kort na zijn terugkeer in Ned. (1828) werd hij benoemd tot landbouwkundige in Suriname.
Hij werd daar tevens benoemd tot directeur van openbare werken en tot voorzitter van het in 1829 opgerichte landbouwk. genootschap Prodesse conamur. T. bezocht van 1828-29 en 1833-34 de Ned. W.Ind. eilanden en repatrieerde in 1834. Hij schreef vele werken over onze West, o.a. het belangrijke handboek: De Landbouw in de Kolonie Suriname, 2 dln, Groningen 1835.