Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Tammes, Tine

betekenis & definitie

(1871-1947) werd geboren in Groningen en ontving daar haar opleiding. Na het behalen van de middelbare acten in de schei- en natuurk. studeerde zij geol. en ten slotte plantkunde.

Bij deze laatste studierichting hadden aanvankelijk morphologische en physiol. problemen haar aandacht, daarna de erfelijkheid, op welk gebied zij tot de meest bekende onderzoekers ging behoren. Na een leraarschap in Groningen werd zij achtereenvolgens assistent en conservator en in 1917 buitengewoon hoogleraar in de erfelijkheidsleer aan de Groningse Universiteit, waar zij haar enthousiasme en lust tot genetisch en veredelingsonderzoek op haar leerlingen wist over te dragen. Reeds in 1911 verleende de Groningse Universiteit haar het doctoraat honoris causa. De eigen onderzoekingen van Prof. TAMMES hebben in de eerste plaats betrekking op het vlas, o.a.: 1907, Der Flachsstengel; 1924, Vlas en vlasveredeling; 1928, The genetics of the genus Linum. In 1937 beëindigde zij haar taak als hoogleraar ten einde zich weer geheel aan eigen onderzoek en studie te kunnen wijden. In 1941 verscheen een TINE TAMMES-nummer van het tijdschrift Genetica, met o.a. een lijst van haar geschriften.

< >