Enkele jaren na de aanleg van grasland treedt er vaak een terugslag in de opbrengst op. Deze kan soms verscheidene jaren duren.
Dit is de sukkelperiode en vormt de s. De oorzaken zijn waarschijnlijk het afsterven van de oorspronkelijk ingezaaide grassen, het slechter worden van de structuur door het onvoldoende gehalte aan organische stof en te schrale bemesting, die het opbouwen van de vruchtbaarheid voor een goede graszode in een te langzaam tempo doet verlopen. Een doelmatig mengsel met veel klaver, beweiden en krachtige bemesting van jong grasland kan de moeilijkheden grotendeels overwinnen. Zware klei is er het meest aan onderhevig.