1. Vrij uitgebreid boomgesl. uit de fam.
Sterculiaceae, dat voorn. over Z.O. Azië is verbreid. Voor Indon. is de belangrijkste soort S.foetida L., kepoh (Jav.), een hoge, zware boom uit de laaglandmoessonbossen van Java, met een fraaie, rechte rolronde stam, die haar naam te danken heeft aan de intens vieze stank der bloemen. Het vrij zware (s.g. = 0,64), grove, lichtbruine kernhout is matig sterk en vrij duurzaam. Het is geschikt voor constructiewerk onder dak. Het veel lichtere spinthout, dat veel minder duurzaam is, is slechts voor pakkisten geschikt.
In India wordt deze houtsoort wel voor de vervaardiging van lucifers gebruikt. De andere Jav. .S.-soorten (S.javanica R. BR.. S. macrophylla VENT. en S.urceolata SM.) vormen een zeer licht (s.g. — 0,39), weinig duurzaam, wit hout, dat zelden wordt gebruikt.2. S. campanulata WALL. is de vervallen naam voor Pterocymbium javanicum R.BR..