is een klein boomgesl. uit de fam. Sonneratiaceae, dat in de vloedbossen van O.Afr. en de Bacifie voorkomt.
Voor Indon. zijn de volgende soorten te noemen: S. acida L., bogem (Jav.), pedada (Mal.) , een vrij hoge boom uit de binnenzoom der vloedbossen met talrijke grote kegelvormige ademwortels. Het lichte (s.g. = 0,49), vuilwitte, weinig duurzame hout wordt zelden gebezigd. De grote, platronde, zure vruchten worden wel door de bevolking gegeten.S.alba SMITH, perepat (Mal.), is een vrij hoge, zware boom, meer in de buitenzoom der vloedbossen voorkomend, met een veel zwaarder (s.g. 0,62-0,78), grofdradig, warrig, donkerbruin hout, dat vrij sterk en matig duurzaam is. Het wordt plaatselijk wel voor huizen-, bruggen- en scheepsbouw gebruikt. Door het hoge zoutgehalte tast het echter ijzer sterk aan en moeten koperen nagels en bouten worden gebruikt.
S.ovata BACKER, bogem (Jav.), is een vrij hoge boom, die evenals S. acida weer meer in de binnenzoom der vloedbossen voorkomt en een met laatstgenoemde soort gelijkwaardig hout heeft.