noemt men een plantengezelschap met ten minste één constante soort, uit een of meer lagen bestaande, met in iedere laag één dominant, dat de fundamentele eenheid der Scandinavische school vormt; tot 1930 aangeduid als associatie, daarna als s., om aan de verwarring met de term associatie der Frans-Zwitserse school een eind te maken. Een meerlagige s. is opgebouwd uit societates.
Vb. van s.: een rietland met dominante moerasvaren (Dryopteris Thelypteris A.GRAY) in de lage kruidlaag en dominant veenmos in de moslaag (z. Consociatie).