(bosb.) is het bezaaien of beplanten van stroken met een maximale breedte van 2 m in terreinen met op de bodem veel ruigte en of onverteerd afval (onder oude bossen of op kaalgeslagen bosterreinen). De ruigte, afkomstig van deze stroken, wordt dan op smalle rugjes of rillen getrokken tussen de stroken (maximale breedte 1 m) en bezaaiing of beplanting geschiedt op de kaalgemaakte stroken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
