fam. Vitaceae, wingerd.
Met hechtwortels en ranken klimmende struiken, vroeger meestal gerekend tol Ampelopsis, daarvan voorn. afwijkend door het bezit van zuignapjes aan de einden der ranken en van een kleine schijf op de bloembodem. De soorten zijn door de zuignapjes zeer geschikt voor het begroeien van muren.tarthenocisxiix Iricuspir/riUt. Tukrank vertakt.
Zeer algemeen zijn P.quinquefolia (L.) PLANCH. uit N.Am., met 3-tallige bladen en P.tricuspidata (SIKB. et Zucc.) PLANCH. uit O.Az., met enkelvoudige, in de jeugd 3-tallige bladen. Zeer algemeen is ook P. tricuspidata veitchii (CARR.) Rehd. [Ampelopsis veitchii LYNCH), waarvan de bladeren merendeels 3-tallig zijn.
Alle soorten munten uit door prachtige, rode herfstkleuren.