is volledige kruis bevruchting of allogamie tussen de leden van een populatie, waarbij, in het ideale geval, alle mogelijke combinaties van individuen of gameten geheel volgens het toeval plaatsvinden, d.w.z. geen selectieve paring optreedt. Wanneer ook verdere selectieve werkingen buitengesloten zijn (en dus
a. alle genotypen gemiddeld evenveel gameten en nakomelingen geven,
b. alle genotypen evengoed levensvatbaar zijn en
c. de populatie uit een zo groot aantal planten bestaat, dat alle mogelijke combinaties in de volgens het toeval te verwachten aantallen tot stand kunnen komen) dan leidt p. tot een evenwicht in de genetische samenstelling. Algemeen geldt, dat als het aantal gameten met de factor A en het aantal gameten met de factor a zich verhouden als x en y, de 3 mogelijke genotypen AA, Aa en aa zich dan in aantal zullen verhouden als x-: 2xy: y2. Als b.v. het aantal gameten binnen de gehele populatie bestaat uit 5/8 A en 3/8 a, dan wordt dit evenwicht bereikt bij (5/8)2 AA + 2 X 5/8 x 3/8 Aa + (3/8) - aa en zal de populatie dan dus bestaan uit genotypen in de verhouding 25 AA : 30 Aa : 9aa. (formule van HARDY-WEINBERG, Z. Populatiegenetica).