(volksk.) is vuur ontstaan door wrijving van twee stukken hout. Het heeft reinigende kracht.
Men sprong er overheen tot afweer van ziekten; het vee werd over de uitdovende kolen gedreven. De Vlaming PEETERS zegt er van, dat hel diende om vee vruchtbaar te maken en om de veldvruchten te doen gedijen; het was vooral een vruchtbaarheidsvuur. De kerk heeft deze heidense noodvuren reeds in de Middeleeuwen verboden, maar ze leven nog voort in verschillende vormen:(1) St Pietersvuur, 22 Februari, op Wieringen;
(2) Meivuur, nog op verschillende plaatsen;
(3) Paasvuur, in het hele O. van Nederland;
(4) Sl Jansvuur en St Maartensvuur, in onderscheiden streken.
In België kent men het St Pietersvuur (28 Juli) en het St Maartensvuur (11 Nov.).