Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Mitogenetische stralen

betekenis & definitie

Kort-ultraviolette (1900-2500 A, z. Spectrum), zwakke straling, welke de snelheid van kern- en celdeling verhoogt.

Het eerst beschreven in 1923 door A. GURWITCH, die opmerkte dat de top van een uiewortel het aantal mitosen in de delingszone van cen loodrecht daarop gerichte uiewortel vergrootte. Later werden ook gist- en bacterieculturen als uitzenders van m.s. en als daarop reagerende ontvangers (resp. zenders en detectoren) beschreven, terwijl ook enzymatische en zelfs zeer gewone chemische reacties (b.v. NaOH — HCl) als zenders zijn beschreven en gedetailleerde emissiespectra van verschillende zenders werden gepubliceerd. Desondanks, en in weerwil van de in korte tijd zeer omvangrijke lit. bleef een zekere twijfel om de fundamentele realiteit van het verschijnsel hangen, in het bijzonder doordat berekeningen tot de conclusie leidden, dat belangrijke effecten aan uiterst geringe stralingen zouden zijn te danken (b.v. 20% groeivermeerdering in 0,5 cm3 gistsuspensie bij instraling van 3 quanta). Merkwaardigerwijze is de lit. over m.s. vrijwel plotseling gestopt na de verschijning van een critische studie van HOLLAENDER en CLAUS in 1937, waarin deze auteurs concludeerden, dat het bestaan der m.s. zowel met biol. als met physische methoden nog niet met zekerheid was aangetoond.

Lit.: (1) A. HOLLAENDER, The problem of mitogenetic rays. Overzicht, in: B. M. Duggar, Biolog. effects of radiation, 2, 919-959, X. York & London, 1936; (2) A.

HOLLAENDER, W. D. CLAUS, Buil. nr 100, Xat. Res. C., Washington, D.C., 1937.

< >