(landbouwnijverh.). I.h.a. verstaat men hieronder die takken van nijverheid, die grondstoffen verwerken afkomstig van de land- en tuinb.
Tot del. kan men dus b.v. rekenen de suikerindustrie, de graanverwerkende industrie, de conservenfabrieken, de stro-verwerkende bedrijven, enz. Tot de l. behoren dus enerzijds bedrijven, die voedingsmiddelen produceren, anderzijds fabrieken, die industriële producten vervaardigen. Ook zijn er bedrijven, die producten fabriceren, die zowel voedingsmiddelen als grondstoffen voor andere industrieën zijn. Een vb. daarvan is de zetmeelindustrie.Het is gebruikelijk alleen die bedrijven tot de l. te rekenen, die uitgaan van land- en tuinbouwproducten. Fabrieken, die de eindproducten van deze bedrijven verwerken, behoren dus niet meer tot de l. Meelfabrieken en suikerfabrieken kan men dus wel, biscuit- en suikerwerkbedrijven niet tot de l. rekenen.