In strikte zin is dit cultuur van planten met uitsluitend kunstmatige belichting, dus zonder gebruik te maken van het zonlicht. Technisch is k. mogelijk m.b.v. moderne lampen, zoals T.L.-buizen en hoge-drukkwiklampen.
Econ. zijn echter de kosten te hoog voor ruime toepassing: de benodigde intensiteiten zijn zeer hoog, zodat met vele lampen moet worden gewerkt en het stroomverbruik groot is. Dr R. VAN DER VEEN te Eindhoven construeerde lichtkasten, waarin k. van allerlei gewassen bedreven kan worden. Voor deze kasten bestaat belangstelling bij beheerders van grote bloemenwinkels en van luxeschepen.Er zijn 2 toepassingen voor speciale gevallen, die in de praktijk kunnen worden uitgevoerd: pootaardappelbewaring en trekken van bolbloemen. Voor pootaardappelbewaring kan (om de vorming van lange spruiten te voorkomen) vrij zwak kunstlicht het zonlicht geheel vervangen; één 40 watt T.L.-buis is voldoende voor omstreeks 10m3, ;rood licht remt de spruitgroei het sterkst. Trekken van bolbloemen d.m.v. kunstlicht is het eerst door J. D. W. VAN GEEL toegepast en wordt thans bij tulpen, narcissen en hyacinten gedaan.
Volstaan kan worden met licht van gloeilampen van 100 watt per m3 gedurende 8 uur per etmaal. Beide toepassingen bieden het voordeel, dat in een afgesloten - wel geventileerde ruimte wordt gewerkt, waardoor de temp. goed beheerst kan worden.
In de koude landen kan dit een belangrijke brandstofbesparing betekenen. Het trekken bij kunstlicht stelt bepaalde eisen aan de te gebruiken bloembollensoorten en -rassen. Wordt aan deze eisen voldaan, dan kan een product van goede kwaliteit verkregen worden.
K. met gekleurd licht, b.v. rood of blauw of groen, geeft soms verrassende resultaten, doch verkeert nog in de eerste stadia van onderzoek.