fam. Corvidae, waarvan in Ned. de aanwezigheid van 8 soorten is vastgesteld.
De meest algemene soorten zijn: de zwarte kraai, de bonte kraai, de roek, de kauw, de ekster en de Vlaamse gaai. De bonte kraai is door zijn grijze en zwarte veerpartijen een bekende winterverschijning. De zwarte kraai en roek lijken het meest op elkaar. Roeken, die meer dan een jaar oud zijn, krijgen een grijze snavelwortel, terwijl zij bovendien gezellig in kolonies broeden, in tegenstelling tot de solitair broedende zwarte kraai. Het kauwtje is ook zwart, maar heeft een grijze ring onder de kop en is aanzienlijk kleiner. De ekster met zijn zwartwitte kleurverdeling en zijn lange staart is een ieder bekend, evenals de roestbruin gekleurde Vlaamse gaai met zijn prachtige blauwe vleugelspiegels. De k. kunnen de landb. veel schade berokkenen: aan de inzaai van de granen (vooral bij mais), aan rijpende en rijpe mais, aan rijpe appels en peren, aan erwten, pootaardappelen, bolgewassen en bietenplantjes.De zw. kraai, ekster en VI. gaai, die soms kuikens bij de boeren roven, zijn bovendien nog schadelijk voor de jacht en de vogelstand door het plunderen van nesten. de k. vallen alle onder de Vogelwet en worden tot de onbeschermde vogels gerekend. De k. zijn uitermate slim en hebben een goed geheugen Dit bemoeilijkt de bestrijding. Vogelafweermiddelen hebben wel eens succes. Vooral het ophangen van een ter plaatse geschoten kraai werkt afschrikwekkend. Door het opensnijden van het lichaam en door het begieten van de lichaamsholte met formaline verlengt men de bruikbaarheid van deze cadavers aanzienlijk. Behalve door afschot kan men zw. kraaien en eksters uitstekend met gifeieren verdelgen, waarvoor echter een Vogelvergunning noodzakelijk is.
Ook levert het uitsteken van nesten goede resultaten op, omdat de zwarte kraai en ekster een behoorlijke nakomelingschap hebben. Dit is niet het geval met de roek en de kauw, die men bovendien niet tnet gifeieren bestrijden kan. Hier helpt alleen afschot.