Een k. treft men aan bij de pilvruchtigen, die een vlezige vrucht voortbrengen. Deze vrucht ontstaat uit de met het samengestelde 5-hokkige vruchtbeginsel vergroeide bases van kelk en kroonbladen en meeldraden ; de zaden liggen dan in een leerachtig of vliezig omhulsel, dat de naam k. draagt.
Het is gevormd uit de oorspronkelijke vruchtbladen.