Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Klimaat van België

betekenis & definitie

Het klimaat van België kan, zoals dat van de gehele W. Eur. laagvlakte, als gematigd regenklimaat aangeduid worden (type Cf KÖPPEN).

Het overheersen van de ZW. winden geeft er zijn voornaamste karakter aan: tamelijk regenachtig over het gehele jaar zonder te grote temperatuurschommelingen.

Door de algemene atmosferische circulatie komt het nochtans voor, dat dit maritiem klimaat gedurende enkele dagen en soms zelfs enkele weken aanhoudend vervangen wordt door een zuiver continentaal klimaat. Dit continentaal klimaat gaat gepaard met Oostelijke luchtstromingen, die ons in de winter zeer koude en in de zomer zeer droge en warme luchtmassa's brengen. Deze laatste luchtstromingen zijn echter maar uitzonderingen en i.h.a. is het weer vochtig en de temp. betrekkelijk gematigd. De oorsprong van de luchtmassa's en de weg, die ze gedurende de voorgaande dagen hebben gevolgd, bepalen hun voornaamste eigenschappen en de afwisseling ervan verklaart het zo veranderlijk karakter van ons weer.

De weg der luchtmassa's wordt bepaald door het spel van hoge- en lagedrukgebieden, die over heel Eur. liggen. I.h.a. is er een diep lagedrukgebied ten Z. van Ijsland en een hogedrukgebied over de Azoreneilanden; deze drukgebieden zenden ons Westelijke, warme en vochtige tropische lucht gevolgd door frisse en minder vochtige polaire lucht, eveneens uit het W. Maar het gebeurt ook dat een hogedrukgebied over Scandinavië, N. Oostelijke, koude en droge winden doet ontstaan, of dat een klein gebied van lage druk (cycloon zich boven onze streken komt aanvullen, wat soms 1 of 2 dagen met bijna ononderbroken regen of sneeuw tot gevolg heeft.

Het klimaat van onze streken is dus een som van zeer verschillende weertoestanden, waarbij de invloed van de zee en van de hoogteligging meewerken om de verschijnselen nog ingewikkelder te maken. Toch kan men enkele cijfers geven die een soort schatting toelaten van wat men moet verwachten in een normaal jaar.

De luchtdruk te Ukkel, op 100 m boven de zeespiegel, schommelt tussen 717 en 775 mm, met een gemiddelde waarde van 752 mm.

De gemiddelde windsnelheid bereikt er 4,1 m/s; de hevigste stormen woeden in Nov., Dec. en Jan. uit Z.Z.W. tot W.Z.W. en bereiken een snelheid tot 80 km/uur, met windstoten die bijna elk jaar wel eens de 35 m/s overtreffen. Zelden bereikt de wind meer dan 40 m/s. De hevigste windstoot ooit te Ukkel waargenomen, bedroeg 43 m/s (14 Nov.1940). De winden uit Z. tot W. waaien per jaar in 47% der getallen, deze uit N.O. tot 0,18%, terwijl de winden uit N.W. en Z.O. elk in aanmerking komen voor de helft van de overblijvende gevallen. De dagelijkse schommeling van de windsnelheid is in de zomer wat groter dan in de winter: van 2,7 tot 4,2 m/s in Juni en van 4,8 tot 5,4 m/s in Jan. De neerslag geeft ons 800 mm in de laagvlakte en stijgt tot 1400 mm op de hoogste punten van de Ardennen.

De jaarlijkse verdeling is vrij regelmatig, met een licht maximum in Juli in Laag en Midden België en in het O. (Baraque Michel), terwijl in het Z. van het land het maximum zich voordoet in Dec. Jan. Men heeft ca 180 a 200 dagen met neerslag, waaronder 130 à 160 met meer dan 1 mm, en 20 à 40 met meer dan 10 mm opgevangen water.

De eerste sneeuw wordt rond 20 Nov. en de laatste rond 31 Mrt waargenomen. In de Ardennen valt de sneeuw vroeger (10 Oct.) en later (20 Apr.). De sneeuwlaag bereikt soms 20 à 25 cm in Laag en Midden België en 50 à 75 cm, soms meer in de Ardennen.

De bewolking in tienden geschat, bereikt te Ukkel 7,3 zonder rekening te houden met de nacht, zodat het juiste gemiddelde waarschijnlijk iets minder is. Men telt te Ukkel gemiddeld 1585 uren zonneschijn. De uiterste waarden voor de periode 1901 - 1930 zijn resp. 1882 en 1399 uren.

Er zijn per jaar 54 dagen met mist, waaronder 33 met dichte mist. Het komt dikwijls voor, dat de mist heel het platteland overdekt en de hoogten van de Ardennen niet bereikt, terwijl ook omgekeerd, de Ardennen in de lage wolken kunnen liggen, die daar het uitzicht hebben van mist.

De jaarlijkse gemiddelde luchttemp. is te Ukkel 9,4:C°, met 16,8° in Juli en 2,7° in Jan. Aan de kust, te Oostende, bedragen deze waarden resp. 9,6°, 16,3°: en 3,5° , terwijl ze te Stavelot, op 297 m hoogte, resp. 7,8° , 15,6° en 1,0° bereiken. De absolute uitersten van de temp. zijn resp. + 40°: en -30° . Men telt per jaar ca 250 dagen met een gemiddelde temp. boven 5° en 172 boven 10°; in de Ardennen dalen deze waarden, naargelang de hoogte, tot 200 en 140. Eveneens naargelang de hoogte telt men 60 tot 120 vorstdagen.

De eerste vorst is te vrezen rond 30 Oct. (10 Oct. in de Ardennen) en de laatste rond 20 Apr. (20 Mei in de Ardennen). De vochtigheidsgraad bereikt gemiddeld 85% in de winter en 65% in de zomer. De dagelijkse waarden vertonen echter een grote schommeling, van 100% ‘s nachts tot 15 % en zelfs minder in zeer droge dagen.

Men telt in België 58 onweersdagen per jaar. Voor een enkele plaats schommelt dit aantal tussen 10 en 20.

L. P.

< >