(volksk.) De boerendienstboden en knechts bewaren hun kieren in een zelfmeegebrachte kist. Vandaar dat men in de Saksische streken onder het kistentuug de Zondagse kleren verstaat.
Op Walcheren spreekt men van de kistjesdag, de dag waarop knecht en meid in dienst treden op het einde van de Annetjeliesjesweek. Dan brengen ze hun kleerkist mee. Dit is door snijwerk of beschildering vaak een goed stuk volkskunst.