of karnstok. Bij een stootkant beslaat de k. uit een door het deksel van de karnton gaande spil met een aan het ondereinde loodrecht daarop bevestigde schijf met gaten, de druif.
Hiermede wordt de voor het karnen vereiste klutsende beweging van het kamsol verkregen. Bij de Holsteinse karn is aan de spil een slagraam bevestigd. Hier wordt aan de pols een draaiende beweging gegeven.