is het recht, om in een bos bomen te kappen.
Voorn. bestonden deze k. in de marken of maatschappen; het zijn bezitsaandelen, meestal verbonden aan het bezit van een hoeve, die recht geven om door de holtrichter met de bosbijl gemerkt hout te kappen; op kappen van niet gemerkte bomen stond straf. Later werd vaak het gemerkte hout op stam verkocht, met recht van voorkoop voor de geërfden. Langzamerhand kwamen de marken en maatschappen in één hand of werden verdeeld, waardoor het k. ophield te bestaan.
In vele nog niet zelfbesturende gebieden is voor de autochthone bevolking het recht vastgelegd om zonder of tegen geringe betaling hout voor eigen gebruik (huizen, landbouwwerktuigen) te kappen.