Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Kamerplanten

betekenis & definitie

Planten geschikt voor de huiskamer, d.w.z. planten, die i.h.a. de vaak minder gunstige omstandigheden, als droge lucht, weinig licht, temperatuurschommelingen e.d. kunnen verdragen. In grote groepen kan men onderscheiden

bloeiende, kruidachtige en houtige gewassen, kruidachtige en houtige bladsierplanten, planten met sierlijke vruchten, klim-, hang- en slingerplanten, cactussen en vetplanten en in bloei getrokken bol- en knolgewassen.

Tot de eerste groep behoren wel de meest bekende kamerplanten, zoals Cyclamen, Primula, Calceolaria, Cineraria, hortensia, groot- en kleinbloemige begonias, Clivia, Impatiens, Pelargonium, Kalanchoë, Poinsettia en Helleborus met Kerstmis, Gloxinia, Gesneria, Streptocarpus, Saintpaulia, Anthurium scherzerianum SCHOTT, Beleperone, Bougainvillea enz. en daarnaast ook verschillende plantjes, die mede voor perkbeplanting geschikt zijn, zoals lobelia, Celosia, Nemesia, e.a.

Ook in bladsierplanten is een zeer grote variatie. Veel gebruikt worden b.v. bladbegonia's, vele varens, Asparagus-soorten, Sansevieria, palmen, Coleus, Sparmannia, Tradescantia, Pandanus, Peperomia, Maranta, Ruellia, Euonymus japonica, Fatsia, Fatshedera, Ficus elastica en F.pandurata HANCE, Eurya, Plectogyne of Aspidistra elatior HORT., Araucaria excelsa R. BR. of kamerden, enz.

Planten met sierlijke vruchten, die ook geschikt zijn voor kamercultuur, zijn minder algemeen. Een der bekendste is Solanum capsicastrum LINK, terwijl daarnaast ook nog gebruikt worden Nertera depressa BANKS et SOL. of koraalmos, Punica granatum, Citrus of sinaasappelboompje, Perneltya, Skimmia, Ardisia, e.a.

Klim- en slingerplanten, die dikwijls over een draadwerk worden geleid, zijn b.v. Cissus antarctica VENT., Ampelopsis quinquefolia Michx., Scindapsus, en andere.

Van de hangplanten zijn wel de bekendste de Ster van Bethlehem, enige begonia’s, het moederplantje of Saxifraga samientosa, het lantarenplantje of Ceropegia, Tradescantia. Algemeen gekweekte Cactaceae en vetplanten zijn b.v. Zygocactus, Epiphyllum, Echeveria, Sedum sieboldii, Crassula-soorten, e.a.

Door liefhebbers worden vele andere soorten verzameld.

Van de bol- en knolgewassen, die in de huiskamer in bloei getrokken kunnen worden, kunnen genoemd worden tulpen, narcissen, hyacinten, crocussen, hippeaslrum (syn. Amaryllis) e.a.

Ook het gebruik van de k. is sterk aan de mode onderhevig. Vroeger werden van de bladplanten b.v. veel gebruikt palmen, Plectogyne, Araucaria, daarnaast b.v. ook Clivia e.d., die men thans veel minder ziet. Voor het moderne interieur met veel licht en strakke lijnen zijn b.v. meer geschikt Ficus-soorten, Bromeliaceae, Sansevieria, Monstera deliciosa LIEBM., Nephrolepis. e.d. In de laatste jaren begint een in de Scandinavische landen algemeen verbreide gewoonte ook in Ned. steeds meer opgang te maken, nl. het gebruik van groene en bonte bladplanten, die men langs de ramen en dikwijls ook de muren Iaat groeien. Hiervoor worden b.v. veel gebruikt Cissus, Rhoicissus, Scindapsus, Fatshedera, bonte klimop, Monstera, Philodendron e.d. Behandeling van k. De planten moeten zelf steeds in een gewone aarden pot staan, daar ingeglazuurde potten vaak moeilijkheden met de zuurstofvoorziening der wortels optreden en de grond gemakkelijk verzuurt. Dit is niet het geval bij Provistapotten. Het beste kunnen de potplanten op schotels worden geplaatst. Behalve van de plantensoort zelf, hangt het verkregen resultaat grotendeels af

van het water geven, het tijdig verpotten, de bemesting, de standplaats, de temp. e.d. Vooral het water geven dient zorgvuldig te geschieden. Hoewel leidingwater gebruikt kan worden, is regenwater i.v.m. hoger zuurstofgehalte en lager kalkgehalte aan te bevelen. Het water dient op kamertemp. gebracht te worden. Tijdens de groeiperiode dient meer water gegeven te worden dan in de rustperiode der planten; planten met groot dun blad hebben meer water nodig dan planten met kleine of meer leerachtige bladeren enz. Het water kan op een schotel of van boven gegeven worden, verschillende planten verdragen niet, dat in het hart wordt gegoten b.v. Cyclamen. Het teveel aan water moet na korte tijd van de schotels verwijderd worden. Is de grond te sterk uitgedroogd, dan kan de pot gedoopt worden, waarbij men tevens het voordeel heeft, dat de lucht in de pot door geheel verse vervangen wordt. Aan het gietwater kan eens per week of per 2 weken een kamer-kunstmeststof worden toegevoegd, waarbij men niet meer dan 2 à 3 g in een liter water mag oplossen. Tijdens de rustperiode geeft men geen kunstmest. Wanneer de wortels de gehele pot gevuld hebben, moet de plant overgebracht worden in een grotere pot. De pot dient een opening in de bodem te hebben om het water uit de schotel op te nemen of het teveel aan water, dat van boven gegeven wordt, af te voeren. Ongezonde delen van de wortels worden verwijderd en de nieuwe pot met grond aangevuld. I.v.m. het verzouten van de bovenlaag is het vaak nuttig het bovenste derde deel der grond door nieuwe te vervangen.

De standplaats speelt een grote rol, vooral het licht; de meeste planten gedijen het beste voor een raam op het Z. De lichtsterkte van het raam af neemt zeer snel af. Men dient echter voorzichtig te zijn met het volle zonlicht. Planten, die weinig licht nodig hebben zijn b.v. palmen, Clivia, Aspidistra, klimop, varens e.d. Planten als Ficus, Sanseveria houden wel van veel licht, doch niet van de zon. Bij te weinig licht trekken de planten naar het raam. Bij sterk licht zijn de kleuren van het blad, b.v. bij Coleus, veel intensiever. Men dient steeds voorzichtig te zijn met tocht en te sterke temperatuurswisselingen. de temp. kan voor verschillende soorten zoals Cyclamen, Cineraria, Calceolaria e.d. gemakkelijk te hoog worden. Voor de meeste planten geeft de te droge atmosfeer de meeste moeilijkheden, waardoor ze b.v. bruine bladpunten krijgen en de bloemen niet opengaan. Vooral in huizen met centrale verwarming is het daarom gewenst steeds water in bakjes op de radiatoren te laten verdampen. Ook kan men water over sommige planten verstuiven of ze afwassen. Dit verwijdert tevens het stof. s Zomers kunnen vele planten even buiten in de regen worden geplaatst. Verschillende planten laten in de huiskamer gemakkelijk bloemen en knoppen vallen, zoals Begonia en Bougainvillea, waarschijnlijk door te weinig licht of te droge lucht. Cactussen met knoppen mogen niet meer gedraaid worden (dus niet verplaatsen!). Voor gaslucht zijn de meeste planten zeer gevoelig.

De potten moeten aan de buitenkant schoongehouden worden en soms het bovenste laagje grond iets losgemaakt.

Verschillende planten kunnen door deling vermenigvuldigd worden, enige soorten ook gemakkelijk door stek, b.v. Pelargonium, Fuchsia, Tradescantia, waarbij meestal in een klein potje gestekt wordt. Ze wortelen ook op een glas water. Te hoog geworden planten kunnen gemarkotteerd worden.

J. WASSCHER.

< >