Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Juglans

betekenis & definitie

noot, fam. Juglandaceae.

In Ned. heeft de noot in zijn veredelde vorm meer betekenis als vruchtboom dan als bosboom. Toch moet ook het laatste niet worden onderschat, omdat het notenhout zeer waardevol is, hard, elastisch, duurzaam, weinig werkend (geweerkolven) en zeer goed te politoeren. Het is een uitstekend meubelhout. de bloemen zijn eenslachtig, de mannelijke bloemen staan in katjes die ontstaan uit zijknoppen, de vrouwelijke in de oksels der bladeren op de uiteinden der jonge twijgen. Het merg van de jonge twijgen van J. is geschot (geladderd), de bladstand is verspreid, de bladeren zijn veervormig samengesteld met zittende blaadjes. De 3 belangrijkste soorten zijn (als bosbomen): J. regia L., de gewone noot, walnoot of okkernoot, waarvan talloze veredelingen zijn gekweekt; een soort oorspronkelijk afkomstig uit Perzië, Kl.Az., India, Z.O. China, Japan, Himalaya en Kaukasus en van daaruit over geheel Eur. en ook in W. Am. (Oregon, Californië) verspreid. De walnoot vraagt zware, open, goede, kalkrijke grond en is in Ned. wat vorstgevoelig. Het blad heeft 3 à 4 jukken met een groter eindblaadje, de afzonderlijke blaadjes zijn gaafrandig, frisgroen, de knoppen grijs en stomp. De steenvrucht springt bij rijpheid open.De zwarte noot, J. nigra L., black walnut, is de Amerikaanse noot uit het Oostelijk loofhoutgebied, veel groter, met meer donkergroene bladeren, 7 tot 11 jukken, gewoonlijk even gejukt zonder eindblaadje. Bladrand gezaagd, knop stomp en grijs,

vrucht bij rijpheid meer geelgroen, rond, en springt niet open. Noot kleiner, zeer dikschalig. Hout van nog betere kwaliteit dan bij onze inlandse noot. Iets minder vorstgevoelig. Hij wordt gebruikt als laanboom en als onderstam voor de gewone walnoot.

J.cinerea L., butternut, de grijze noot, eveneens een O. Am. soort, die verder naar het N. en niet zo ver naar het Z. gaat. Ook deze noot heeft groter bladeren danonze inheemse soort, 5-8 jukken met eindblaadje, dat echter niet groter is dan de zijblaadjes. Bladrand gezaagd, afzonderlijke blaadjes ruwer dan van de andere soorten, kleverig behaard, evenals de bladsteel. Eindknop veel langer en smaller dan van de zwarte noot, twijgen donkerder van kleur. Het geschotte merg is hier chocoladekleurig, bij de zwarte noot zeemkleurig. De vrucht is toegespitst en springt niet open. De grijze noot stelt iets lagere eisen aan de grond dan de walnoot en de zwaarte noot.

< >