(plantk.) of stoma is een opening in de epidermis, welke dient voor de gaswisseling en het regelen van de verdamping. Deze opening staat in verbinding met de ademholte, welke weer in verbinding staat met de intercellulairen van het plantenweefsel.
Het mechanisme van het openen en sluiten der h. is niet steeds hetzelfde en hangt samen met de bouw. De grootte van de opening kan geregeld worden door turgorwijzigingen in de sluiteellen, die chloroplasten bevatten en vaak op bepaalde plaatsen wandverdikkingen hebben. Zijn er in de sluitcellen veel suikers aanwezig, dan is de turgordruk dus hoog en de spleet wordt geopend; indien de suikers worden omgezet in zetmeel dan verlaagt dit de turgor en wordt de spleet gesloten. Ook de hoeveelheid water treedt regelend op. Door stijging van de turgordruk in de sluiteellen wordt de celholte groter, de cel buigt dan uit naar dié zijde waar de celwand dun is, dat is aan de zijde van de buurcellen. De celwand aan de kant van de spleet is juist verdikt; de stand van de cel wordt anders, waardoor de spleet zich opent.