Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Hok

betekenis & definitie

Aantal bundels van een gemaaid gewas, welke te drogen zijn geplaatst. Ze moeten een open doch stevig bouwsel vormen, waar de wind door kan waaien, maar dat het zaad zo goed mogelijk beschermt tegen regen en tegen uit de grond optrekkend vocht.

Men spreekt streeksgewijs ook van hoop, garst, kas. De wijze van opzetten verschilt. Het gewas spreekt hier een woordje mee; van gerst heeft men niet die stevige garven, welke men b.v. bij tarwe heeft. Met één band gebonden graan is slapper en slordiger dan met twee banden. Hoe steviger de garven, hoe mooier pyramidaal en luchtig men de h. kan opzetten; in het tegenovergestelde geval moet men de stevigheid vinden in het tegen elkaar zetten van een groter aantal garven. Men bindt wel een band om het hele h., of men plaatst (bij kans op nat weer of vogelschade) enkele garven met het stoppeleind omhoog boven op het h., waardoor het meeste zaad beschermd ligt.

< >