Rondom de haarschede liggen in de lederhuid een aantal kleine kliertjes, de huid- of haarsmeerkllertjes, wier uilvoergang uitmondt in de haarschcde. Deze kliertjes produceren een vetachtige stof, het huidsmeer, dat de haren en de epidermis voor uitdrogen behoedt en ze elastisch houdt.
Soms wordt dit huidsmeer in grote hoeveelheden, b.v. bij vele schapenrassen, uitgescheiden, zodat de vacht van binnen a.h.w. gedrenkt is in deze vettige substantie. Dit schapenhuidvet (lanoline) is zeer fijn van samenstelling en wordt, nadat het door wassen uit de vacht verwijderd is, gebruikt voor de vervaardiging van fijne huidsmeersels en zalven (z. Huid).