Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Golf

betekenis & definitie

1. In de nat. verstaat men onder een g. een evenwichtsverstoring, welke zich door een stof, of langs het scheidingsvlak van twee verschillende stoffen voortplant.

Zeer aanschouwelijk zijn de g. op een wateroppervlak. Brengt men bij een stilstaand wateroppervlak een evenwichtsverstoring teweeg, door b.v. een steentje in het water te laten vallen, dan ziet men, dat deze verstoring zich cirkelvormig naar alle richtingen uitbreidt. De waterdeeltjes voeren daarbij trillingen uit in een richting, die loodrecht op de voortplantingsrichting van de g. staat (z.g. transversale g.). De afstand tussen twee punten met dezelfde trillingstoestand (b.v. twee golftoppen) wordt golflengte (λ) genoemd, het aantal trillingen per tijdseenheid (b.v. het aantal malen dat één deeltje per seconde een golftop bereikt) heet de frequentie (n). De voortplantingssnelheid (v) is de afstand die de evenwichtsverstoring per tijdseenheid aflegt. Tussen λ, n en v bestaat de betrekking v = n X λ. Vb. van g., welke zich in het inwendige van een stof voortplanten zijn licht- en geluids-g. Bij een geluids-g. in lucht trillen de deeltjes in de voortplantingsrichting (z.g. longitudinale golf).

2. (meteor.) Uitbuigingen van fronten worden ook g. genoemd; deze g. geven dan aanleiding tot de ontwikkeling van depressies. Men onderscheidt daarbij stabiele g., die in de regel van weinig betekenis zijn voor het weersverloop; daarentegen geven de onstabiele g. vaak aanleiding tot de ontwikkeling van diepe depressies, die soms dagen lang het weer ongunstig beïnvloeden.
G. komen ook in wolken voor; men spreekt dan van golfwolken.

< >